Een van de elementen die werden geïntroduceerd met artikel 3 van het decreet van 22 maart 2019 is het verplichte onderzoek waarin de partij die het Groot Project of Programma initieert dient na te gaan welke alternatieven zich aandienen en welke de meest passende uitvoeringsvorm is, waarmee het groot project of programma zal worden gerealiseerd. Bovendien moet in dit zelfde onderzoek nagegaan worden welke financiële impact het project of het programma op korte en lange termijn op de begroting zal hebben, en moet er een inschatting gemaakt worden van de budgettaire haalbaarheid van het project of het programma. Dit onderzoek dient uitgevoerd te worden vóór de definitieve uitvoeringsvorm van een groot project of groot programma wordt vastgesteld en het resultaat van dit onderzoek wordt in een verslag opgenomen.
De leidraad voor de opmaak kan hieronder teruggevonden worden.