De Vlaamse Rekeningen uitgelegd

Niet 1 maar 3 rekeningen

De rekening van de Vlaamse Gemeenschap bestaat uit maar liefst 3 rapporten. Ze kijken alle 3 vanuit een verschillende invalshoek naar de financiële gezondheid van de Vlaamse overheid. En ze hebben allemaal hun eigen categorieën en boekhoudkundige spelregels. Die liggen vast in de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën. Wil je weten waar het geld van de Vlaamse overheid naartoe ging? Dan kan je best kijken naar de uitvoeringsrekening van de begroting.

  1. Algemene Rekening Vlaamse Gemeenschap (bedrijfseconomische rekening): dat is de balans en de resultatenrekening en geeft in de eerste plaats de financiële toestand van de overheid weer.
  2. Uitvoeringsrekening van de begroting: die vergelijkt de geschatte met de werkelijke inkomsten en uitgaven. Het is vooral belangrijk dat de begroting een waarheidsgetrouw beeld geeft van de werkelijkheid.
  3. ESR geconsolideerde rekening: ESR staat voor het Europese stelsel van nationale en regionale rekeningen. Daarmee krijgt de Europese Unie een gedetailleerd beeld van de economie van elk land. Zo wordt het mogelijk om bijvoorbeeld investeringen of schulden te vergelijken tussen landen. De rekeningen worden opgesteld volgens andere categorieën en regels dan de balans.

Geconsolideerde en niet-geconsolideerde cijfers: wat is het verschil?

In de “geconsolideerde” cijfers worden bepaalde verrichtingen geneutraliseerd, o.a. de interne geldstromen bijvoorbeeld subsidies voor de VRT zijn uitgaven voor de Vlaamse Gemeenschap en inkomsten voor de VRT. Deze geldstromen worden geschrapt om dubbeltellingen te vermijden, aangezien de VRT mee in de rekeningen zit.